Vier kameraden kozen voor 4 smaakdragende ingrediënten om naar aloude Belgische traditie een bier te brouwen. Door het gebruik van niet minder dan 3 diverse graansoorten – mout, tarwe en gerst – toont dit gerstenat zich witblond, mysterieus gesluierd – wat ongefilterd en hergist zo hoort - in het glas onder een romige schuimkraag.
De neus brengt ons florale en zwoel fruitige impressies, een typisch Toetëlèr kenmerk. De gist krijg immers alle ruimte om ontspannen zijn werk te doen in een voormalige melktank van 2200L.
Dit witbier onderscheidt zich van alle anderen in zijn soort, anders dan het gemeen gebruik wil, hebben de brouwers niet voor een dominante kruiding met koriander en curaçoa gekozen.
Wel voor een zacht doch prominent aroma van vlierbloesems in bloei.
Alles te samen nemen we op de tong een verfijnd meergranenbier waar dat - zoals het witbier betaamt – dorstlessend rins-zoet aandoet. Levendig, maar met zijdezacht mondgevoel en zomers parfum, sluipt deze dochter van de korenaar geruisloos binnen. Perfect voor een zwoele zomeravond in goed gezelschap!
